
Visie
Veiligheid & Welbevinden
Veiligheid
staat bij ons voorop. Om een warme en veilige basis te creëren, voldoet ons
pand aan alle veiligheidseisen. De groep heeft een vaste samenstelling wat de
veiligheid en de mogelijkheid om vertrouwd te raken met groepsgenoten vergroot.
In een vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale
verantwoordelijkheid ontwikkelen.
Door
een constante groepssamenstelling met zoveel mogelijk dezelfde leidsters en
kinderen, creëer je veiligheid. Met vaste gezichten op de groep, bouw je een
vertrouwensrelatie op (hechting). Deze relatie biedt het kind veiligheid,
geborgenheid en voldoening. Hechting speelt een zeer belangrijke rol in de
ontwikkeling van een kind en is essentieel voor een goede emotionele en sociale
ontwikkeling. Het helpt een kind om een eigen persoonlijkheid en zelfvertrouwen
te ontwikkelen.
Dit
zelfvertrouwen zal leiden tot een verlangen om te zoeken naar nieuwe uitdagingen
en naar een grotere zelfstandigheid. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid groeien
door te oefenen en zelf-doen. Door eventueel te falen, terug te kunnen vallen op
iemand die je begrijpt en de kans krijgen het opnieuw te proberen.
Bij
Little Pumpkin wordt er veel aandacht besteed aan het documenteren van de
ontwikkelingen en gebeurtenissen van de kinderen. Dit doen wij door dagelijks
foto’s te maken van de kinderen tijdens activiteiten en deze op ooghoogte van
de kinderen op te hangen. Zo kunnen de kinderen naar zichzelf kijken en
herkennen. Wij maken dagelijkse rapportages en van elk kind wordt er een “boek
van herinneringen” (verzameling van kunstwerkjes, foto's en mijlpalen,
vastgelegd in een boek) gemaakt.
Door
het maken van foto’s, door de rapportages, het verzamelen van de werkjes en het
“boek van herinneringen” kortom pedagogisch documenteren, maken wij het kijken
en luisteren zichtbaar.
Steunen en stimuleren van spelen en leren
De
groep benadert een huiselijke gezinssituatie waarin de kinderen zich op een
natuurlijke manier aan elkaar kunnen optrekken, elkaar stimuleren en uitdagen
tot spel. Elk kind kan zich in zijn eigen tempo ontwikkelen.
De
kinderen worden uitgedaagd tot verkenning en onderzoek. Er wordt veel gedaan
aan muzische activiteiten (= lichamelijk expressie, muzikale vorming en
beeldende vorming).
Leidsters
observeren en documenteren wat kinderen zeggen en doen. Zij kijken en luisteren
intensief naar de kinderen en bieden hen situaties, materialen en technieken
aan waardoor kinderen zich op vele manieren kunnen uiten. Het is aan ons om
hen de ruimte te bieden waardoor hun creativiteit tot uiting kan komen. Deze
manier van werken heeft de consequentie dat wij als leidsters ons veel meer afzijdig maken maar zoveel mogelijk een
begeleidende rol hebben.
De
Leidsters hebben oog voor de eigenheid van elk kind. Er is respect voor de
diversiteit. Diversiteit in talenten, karakter, voorkeuren, ontwikkelingsniveau
en culturele achtergronden.
Pedagogische doelen en competenties
Om de emotionele vaardigheden zo goed mogelijk te
kunnen ontwikkelen is de voorwaarden dat de
emotionele veiligheid optimaal is.
Wij
vinden het belangrijk dat kinderen en daarmee hun emoties, hun angsten en hun
kleine verdrietjes, serieus worden genomen. Een kind moet zich begrepen voelen.
Om
de kinderen te leren wat emoties zijn, beelden wij door middel van muzische-
activiteiten de verschillende emoties met de kinderen uit. Denk hierbij aan:
zang, dans, poppenspel, beeldende vorming en verhaaltjes. Uit
onderzoek is gebleken dat de combinatie hiervan goed kan zijn voor de sociaal-
emotionele ontwikkeling.
Kinderen
komen ter wereld met een aangeboren drang om de wereld te verkennen en te
begrijpen (exploratiedrang). De cognitieve- of verstandelijke ontwikkeling
start daarom direct bij de geboorte van het kind en is niet los te zien van de
andere ontwikkelingsgebieden, zoals de lichamelijke- , motorische- en sociale-
emotionele ontwikkeling. Door de toename van de motorische en sociale
vaardigheden (bijvoorbeeld kruipen en het kunnen spelen met andere kinderen),
zijn kinderen in staat hun wereld letterlijk en figuurlijk te vergoten.
Hierdoor leren zij problemen op te lossen, na te denken, te redeneren en slaan
dus spelenderwijs nieuwe informatie op. Ook spelen de zintuigen (horen, zien,
ruiken, voelen) en de sociale omgeving van het kind een belangrijke rol binnen
de cognitieve ontwikkeling.
Spelenderwijs
wordt er bij Little Pumpkin dagelijks gewerkt aan de cognitieve ontwikkeling. Voorbeeld: voordat het fruit
wordt geschild aan tafel, wordt het fruit bekeken en stellen de leidsters
vragen over het fruit; “is de banaan rond, is de appel hard, kan de banaan ook
rollen, proeft de kiwi zuur of ruik eens aan de aardbei”.
Er
worden gedurende de dag kinderliedjes gezongen op het kinderdagverblijf. De
leidsters herhalen dezelfde liedjes met
de kinderen. Soms komt er een nieuw liedje bij om het zingen interessant te
houden. Door de liedjes voortdurend te zingen en te herhalen, onthouden de
kinderen de woorden en de melodie.
Voorlezen
doen wij dagelijks. We creëren ten minste twee lees momenten op een dag. Het
liefst voor het ontbijt en voor het slapen gaan. De leidsters maken van het
voorlezen een interactieve bezigheid.
In de Malaguzzi benadering staat centraal dat
alles uit de kinderen zelf komt. Zij zijn sociaal sterk en bezitten een groot
aantal talenten en capaciteiten. Jonge kinderen kunnen dan nog wel niet zo goed
praten maar kunnen wel op vele andere manieren met elkaar communiceren (“de
honderd talen van het kind”): ze kunnen tekenen, brabbelen, verven, kleien,
gebaren, huilen etc. Kinderen leren van
elkaar en zijn hun eigen pedagoog.
We stimuleren
de kinderen zelf situaties op te lossen.
We leren de kinderen niet te slaan maar te aaien, te benoemen dat je ziet of ze
iets wel of niet fijn vinden, helpen onder woorden te brengen wat ze willen of
bedoelen etc.
Bij
het onderzoeken van de wereld moeten kinderen dingen kunnen voelen, pakken,
ruiken en proeven. Kinderen zijn nieuwsgierig en willen tijdens deze zoektocht
dingen betasten en verplaatsen. Het
spreekt voor zich dat voor al deze handelingen motorische vaardigheden
noodzakelijk zijn, maar ook de ontwikkeling van spraak en het uiten van emoties
vraagt om motorische vaardigheden. De
motorische ontwikkeling is dan ook nauw verbonden met de andere ontwikkelingsgebieden.
De baby’s zijn zintuiglijk ingesteld (kijken, horen, ruiken, proeven,
voelen). Een voorbeeld hoe wij proeven en ruiken stimuleren: we gaan regelmatig
naar buiten, ook als het geregend heeft. Ze “proeven” en ruiken dan de natte buitenlucht.
Bij de ontwikkeling van het kijken oefenen wij spelletjes als kiekeboe
of verstoppertje en samen in de spiegel kijken en de lichaamsdelen aanwijzen.
De peuter van 18 maanden tot 4 jaar kan al veel; zitten, staan, lopen,
traplopen en fietsbewegingen maken. Dit zijn allemaal vaardigheden die te maken
hebben met de grove motoriek. De peuter heeft veel ruimte nodig om deze grove
motoriek te ontwikkelen. De peuter leert in deze fase veel met vallen en
opstaan. Zij rennen, klauteren, klimmen en spelen graag buiten. Bij Little
Pumpkin is er een ruime tuin waarin onder andere een speeltoestel (klimmen en
glijden) staat, waardoor de kinderen de mogelijkheid krijgen om deze
vaardigheden te oefenen. Er is genoeg ruimte om te rennen maar ook het
(leren) fietsen wordt goed geoefend. Er worden
spelletjes gedaan zoals gooien en vangen van de bal, rennen, hinkelen
etc.
De fijne motoriek is nog minder goed ontwikkeld in deze fase maar kan
wel worden geoefend (grote kralen rijgen of bouwen met blokken).
Een
morele waarden is een na te streven “kwaliteit” die wij bij Little Pumpkin van
belang vinden voor een goede en gelukkige samenleving. Bijvoorbeeld
eerlijkheid, behulpzaamheid of betrouwbaarheid. Normen zijn gedragsregels die
waarden zichtbaar maken. Door je aan normen te houden, laat je waarden zien.
Zonder onderliggende waarden hebben normen in feiten geen betekenis.
Voor het overdragen van normen en waarden is het belangrijk dat wij
zelf het goede voorbeeld geven. Dit geldt voor zowel gedragsregel (“je mag iemand niet uit schelden”) als voor
omgangsvormen (bijvoorbeeld afscheid nemen als je weggaat).
Basis communicatie
Sensitiviteit: gevoeligheid voor het opmerken en
interpreteren van signalen van het kind en responsiviteit: het afstemmen van
het eigen handelen op de signalen en de mogelijkheden van het kind.
Hoe
vertaalt zich dat bij Little Pumpkin:
Een
leidster heeft een sensitieve en responsieve houding: goed kijken en luisteren
naar de kinderen om het kind te leren kennen en aanvoelen wat het kind nodig
heeft. Praten en uitleggen op het niveau van de kinderen: vertellen wat je doet
en wat je ziet. Bij Little Pumpkin is Nederlands de voertaal.
Respect
voor het kind en respect voor de ontwikkeling van het kind. Ieder kind
ontwikkeld zich op zijn eigen unieke wijze. Het gaat er om wie het kind is en
wat het kind al kan!
Wij
vinden dat kinderen kleine mensen zijn. Kinderen hebben ook een autonomie. Het
is belangrijk dat we hier respect voor hebben. Dat
betekend dat wij het kind zullen stimuleren, maar als het kind om wat voor
reden dan ook toch weigert, zal dit worden gerespecteerd. Little Pumpkin zal
een kind nooit dwingen iets te doen wat hij niet wilt. Als wij iets van een
kind willen zal dit worden gevraagd.
Dagritme
Rituelen
zorgen er ook voor dat het gewenste gedrag aangeleerd wordt. Bij Little Pumpkin
gaan de activiteiten vooraf gepaard met een ritueel. Denk bijvoorbeeld aan het
opruimen met een liedje om een andere activiteit te beginnen of een boekje
lezen voordat de kinderen gaan slapen.
Er
is voorspelbaarheid in het dagritme, door vaste onderdelen. De eetmomenten,
slaap momenten, en speelmomenten, lopen als een rode draad door het dagritme.
Kinderen krijgen hiermee routine en automatisme wat voor duidelijkheid en vertrouwen zorgt voor het kind en de
leidsters.